Lavendel

Uit: Nr. 257, sep/okt 2018

De naam lavendel, ofwel Lavandula officinalis / angustifolia, komt van het Latijnse woord lavare, wassen of baden (geur en desinfecterend); officinalis betekent van oorsprong geneeskrachtig en angustifolia staat voor smalbladig. De Lavendel is door Karel de Grote, zoals zoveel kruiden rond 800, geïntroduceerd in Europa en siert sindsdien de kloostertuinen.

Misschien heeft u deze zomer de prachtige lavendelvelden mogen aanschouwen in Frankrijk. Deze geurige plant bloeit daar van juni tot half juli en in sommige streken wel tot eind augustus. Hier in Nederland bloeit ze vooral in de tweede helft van de zomer met haar zeer herkenbare geur, waar eigenlijk iedereen wel een herinnering aan heeft, of het nu van de vakanties is of van de linnenkast van oma.

De lavendel is een vaste plant met grijsgroene naaldvormige bladeren met sterk geurende blauwpaarse bloemetjes die aarvormig aan de bovenkant van de plant zitten. De stengel heeft een hoekige vorm. De plant verhout en loopt alleen uit in het niet verhoute gedeelte, waardoor je de plant regelmatig moet snoeien, het liefst in het vroege voorjaar.

De bloem (met eventueel wat blad) is wat de meeste etherische olie bevat en wat moet worden geoogst. Deze etherische olie is de enige (op tea tree na) die zonder verdunning gebruikt mag worden op de huid bij geïnfecteerde wonden en brandwonden. Ze bevat behalve de etherische olie natuurlijk de looistoffen (die nodig zijn om de etherische olie vast te houden), maar ook nog cumarine die pijnstillend en bloed­verdunnend werkt, hars voor de wond­genezing en bitterstoffen

Een mooi verhaal is het verhaal over de dievenazijn. De pest zorgde voor veel slachtoffers, die ziek ofwel dood in hun huizen lagen. Dit was natuurlijk een prachtige plaats voor inbrekers aangezien ze niet veel weerstand zouden ondervinden. Om zelf niet ziek te worden hadden ze een recept ontwikkeld. Dit recept hebben ze moeten prijsgeven om de doodstraf te ontlopen, toen ze waren betrapt. Men laat lavendel, pepermunt, knoflook, kruidnagel, kaneel, nootmuskaat, salie, rozemarijn, absint en kalmoes 10 dagen trekken in azijn, waarna in azijn opgeloste kamperfoelie wordt toegevoegd. Dit geheel wordt gefilterd. Het vermoeden is dat ze zich insmeerden of doeken doordrenkten met dit spul en dit voor hun mond hielden.

Lavendel is dan ook van oudsher bekend om haar desinfecterende werking en wordt dan ook gebruikt bij brandwonden (etherische olie) en geïnfecteerde wonden, maar ook tegen vlooien en luizen. Vloeren werden bestrooid met lavendel vanwege haar lekkere geur en haar vermogen ongedierte tegen te houden; zo werd ze ook gebruikt in zeep. Tegenwoordig doen we lavendelzeep in bad, voornamelijk om de geur en de ontspanning; ook bij reuma kan het lavendelbad ondersteunend werken doordat het de doorbloeding verbetert.

In Frankrijk hoort de lavendel bij de heilige drie-eenheid: lavendel = geest; tijm = ziel; bonenkruid = lichaam. In gerechten zullen deze kruiden vaak samen gebruikt worden, zodat alle drie gevoed worden. Dat het voeding voor de geest is, blijkt ook uit het feit dat ze zeer rustgevend werkt op het zenuwstelsel. Het is inzetbaar bij stressgerelateerde klachten zoals hoofdpijn, slapeloosheid, verkrampte nek en schouders, duizeligheid, beven, misselijkheid en gasvorming door nervositeit, en zelfs ook bij hysterie.

Tegenwoordig wordt ze veel gebruikt bij massages wegens haar rustgevende werking. Maar eigenlijk is ze een balanskruid; de naam zegt het al: het brengt je in balans. Wanneer je te veel stress hebt, kalmeert ze en wanneer je te relaxed bent, activeert ze.

De geur heeft door de eeuwen heen verschillende betekenissen gehad. In de Victoriaanse tijd werd gedroogde lavendel en rozemarijn in linnenkasten gelegd als teken van kuisheid. Een tijd later werd de geur gebruikt als herkenningsteken voor prostituees. In de 20e eeuw was het vooral een geur van oude vrouwtjes, terwijl het in deze moderne tijd weer aan een opmars bezig is. We kennen de geur uit de sauna, de ontspanningsmassages en van slaapthee: er wordt zelfs mee gekookt.

Vaak word lavendel langs oprijlanen en bij achterdeuren geplant; dat is natuurlijk heel mooi om te zien, maar het is een leuke bijkomstigheid dat het negatieve energie tegenhoudt. Van oudsher werd er dan gezegd dat hij de duivel op afstand hield.

Lavendel is zalig als je hoofdpijn hebt door teveel en te hard studeren; dit in combinatie met zijn rustgevende werking maakt het de moeite waard om hem in gedachte te houden ten tijde van examens of tentamens. Maar ook bij hoofdpijn verkregen door teveel zon werkt zij verkoelend (rustgevend).

Van de lavendel word de bloem gebruikt voor thee, tinctuur, siroop en etherische olie. De oogst is het beste aan het begin van de bloei. Het zal niet vaak voorkomen dat er een overdosering plaatsvindt, omdat je tegen die tijd al een aversie tegen de geur hebt ontwikkeld. Mocht het wel zo zijn dat er teveel is ingenomen dan kunnen je maag en darmen van slag raken.

Bij dieren is lavendel ook inzetbaar, vooral als ze nerveus, opgewonden, depressief of agressief zijn. U weet nog wel: de balansplant.

Natuurlijk is ze ook inzetbaar als middel tegen vlooienbeten, insectenbeten en schurft. Hiervoor is het handig een kompres te maken (uitwendig, een lap stof doordrenkt met bijvoorbeeld lavendelthee), of etherische olie of normale olie op de huid doen.

Bij katten geen etherische olie gebruiken! Dat is voor hen toxisch.

Natuurlijk moet wel verantwoorde lavendelolie worden gebruikt die van echte lavendel gemaakt is.

Marjan Hofstra, kruidenvrouw

kruidenkracht@hotmail.com